Elanc was de hele dag in haar hutje gebleven. Omdat ze daar in haar eentje zat, was ze rustiger en kalmer geworden en had ze de concentratie weer hervonden om haar hertenvel te voltooien.
Nu zat ze bedachtzaam in haar hut, zich bedenkend wat ze moest doen. Elanc kon het horen waaien in het dorp; takken ruisten en door de kiertjes van de hut woei een briesje langs haar heen. Ze had het klam gehad en vond het briesje aangenaam. Haar kledij en haar wapperden een beetje mee in de wind en ze sloot haar ogen. Maar was het wel alleen wind die ze hoorde? Het leek, alsof de wind een ander geluid ver meedroeg. Een geluid dat op de wind leek, maar minder aangenaam was.
De rust had Elanc verkwikt. Het hertenvel dat ze tot kledingstuk gemaakt had, was in opdracht gemaakt van een klant. Elanc vond dat ze wel weer kon gaan wandelen om het kledingstuk af te leveren. Kwiek stapte ze naar buiten, het centrum van het dorp tegemoet.
Het bleek dat daar een opgewonden stemming heerste. 'Hoe kon het ook anders?' dacht Elanc. 'Wat zou er nu zijn?' Valk, Jeffrey, Eva, Loena en Editor stonden bij elkaar. Elanc ving op dat ze een trektocht wilden maken om alsnog de eventuele rovers te vinden die bij Hernia aanwezig waren geweest. Als reflex flikkerde er een hoopvol licht in de ogen van Elanc - dit zou betekenen dat er actie ondernomen zou worden! Maar aan de andere kant bedacht ze dat het helemaal niet zo fijn zou zijn als het dorp leegliep. Zou ze iemand overhalen te blijven? Ach, eerst maar haar klant, Editor. Ze hoefde niet door te lopen naar zijn redelijk afgelegen huisje, want hij stond hier in levenden lijve.
Elanc liep op de groep af en overhandigde de norse Editor het kledingstuk.