Valentijn wedstrijd van 11/02 tot 20/02!

Leones

Community Manager
Teamleden
Community Manager
Koningen en heersers,
Koninginnen en heerseressen,

Na een succesvolle eerste community wedstrijd in de vorm van een puzzelwedstrijd, is het weer tijd voor een nieuwe wedstrijd. Geheel in de stijl van valentijn organiseren we nu een verhalenwedstrijd.

De wedstrijd verloopt als volgt:

Om mee te doen moet je je registeren op dit forum (zie hier) én je e-mailadres bevestigen.

Het is de bedoeling om een verhaal te schrijven met als hoofdthema 'liefde'. Verzin een leuk verhaal, zolang het maar over liefde gaat.
Inzendingen lever je in door deze te posten in het inzendingen subforum, wat je weer kan vinden in het subforum "Valentijn wedstrijd" (zie hier). In dat subforum maak je een nieuw onderwerp aan. Je kan kan je inzending nog aanpassen zolang de westrijd duurt, na 20 februari zal je het niet meer kunnen aanpassen.

De hoofdprijs voor deze wedstrijd is 600 diamanten! Daarnaast zullen nog 4 andere inzendingen beloond worden met een mooie hoeveelheid diamanten.

Graag delen we ook nog enkele regels mee:

Het verhaal moet origineel zijn, plagiaat is ten strengste verboden en zorgt ervoor dat je gediskwalificeerd wordt!
Het verhaal mag niet publiek gemaakt worden zolang de uitslag van de wedstrijd nog niet bekend is.
Inleveren kan tot en met 20 februari. 20 februari kan het dus nog wel, de 21e niet meer.
Je mag maar 1 inzending doen per speler en per persoon, met meerdere accounts inzenden is dus ook niet toegestaan.
Het verhaal mag maximaal 1000 woorden tellen.

Alle relevante informatie (hoe je antwoord indienen & regels) wordt verzameld in het subforum "Valentijn wedstrijd" (zie hier).
 

Leones

Community Manager
Teamleden
Community Manager
Koningen en heersers,
Koninginnen en heerseressen,

Hierbij kondig ik met veel plezier aan wie de winnaars zijn voor onze Valentijn community wedstrijd!

De plekken, en de prijzen die daar bij horen, zijn als volgt.

1. Morwenna - 600 diamanten
2. Mokona - 450 diamanten
3. Kev Porsche - 300 diamanten
4. Swanton - 200 diamanten
5. Hannoveranerin - 100 diamanten

Ik wil jullie hartelijk bedanken voor de vele inzendingen, het was een plezier om alle verhalen te lezen.
 

Leones

Community Manager
Teamleden
Community Manager
Hier kunnen jullie de winnende verhalen lezen:

Morwenna
Verveeld staarde prinses Cara naar de feestvierende mensen in de grote hal.
Waarom had Brophy al die jaren niets meer laten horen? Toegegeven, ze waren nog kinderen geweest toen ze elkaar hadden beloofd te trouwen. Toch hoopte ze diep van binnen nog altijd dat haar jeugdvriend haar niet vergeten was.
Het feest was al in volle gang, toen een knappe, blonde jongeman en zijn hond hun opwachting maakten. Met zijn potsenmakers uiterlijk gaf hij met zijn hond een leuk toneelstukje weg, een liefdesverhaal waarbij de hond aan het eind een roos naar prinses Cara bracht. Na het applaus van de aanwezigen in ontvangst te hebben genomen en een diepe buiging voor het Koninklijke paar te hebben gemaakt, nodigde de koning hem naar voren. ‘Hoe heet je, jongeman?’ vroeg hij.
‘Noemt u mij maar prins Jolijt, heer,’ klonk een prettige stem.
Met een toegeeflijke glimlach knikte de koning. ‘Dank voor je voorstelling, prins Jolijt. Gun ons het genoegen te blijven voor de plechtigheid.’
‘Graag, heer koning!’ Buigend liep hij achteruit weg.
Cara’s glimlach loste op in een blos van verontwaardiging en ze sloeg haar ogen neer. Ze hoefde echt niet aan het voorstellen van haar toekomstige echtgenoot herinnerd te worden. Ze kende die prins helemaal niet, maar haar ouders waren niet te vermurwen. Er was geen andere geschikte gemaal beschikbaar.
De hond blafte en ze keek onwillekeurig op. Prins Jolijt, of hoe hij ook heette, keek haar met een dubbelzinnige glimlach aan, zijn blauwe ogen fonkelden in het licht van de kandelabers.
Een schok ging door haar heen en een merkwaardig gevoel maakte zich van haar meester. Die brutale blauwe ogen maakten een gevoel in haar wakker dat ze nooit had gedacht te krijgen van iemand anders dan Brophy. Ze hoorde hoe de komst van prins Valentino werd aangekondigd en zuchtte.
In ieder geval was het te laat om nu nog verliefd op iemand te worden en haar ouders zouden haar zeker niet met een potsenmaker laten trouwen, dacht ze verdrietig.
Toen draaide de knappe jongeman zich om en verdween tussen de andere aanwezigen, terwijl prins Valentino naar voren schreed.

Volgens het protocol stond ze op om haar prins gemaal tegemoet te treden. Ze had hem nog nooit ontmoet en probeerde in zijn gezicht en zijn houding iets te herkennen waarvan ze kon gaan houden. Hij was niet lelijk en pakte zacht haar hand vast. Ze zag in zijn ogen dezelfde onzekerheid die zij voelde. Ach, misschien zou ze van hem leren houden. Met moeite weerde ze de tranen uit haar ogen en toverde een moedige glimlach op haar gezicht.
Haar vader stond op. ‘Geachte aanwezigen, zoals u allen weet heeft mijn dochter, prinses Cara de huwbare leeftijd bereikt. We hebben een geschikte gemaal voor haar gevonden in prins Valentino van Cirgard.’ Hij pauzeerde om zijn gasten de gelegenheid te geven in te stemmen met zijn woorden. Toen wenkte hij het aanstaande paar naderbij. ‘Mijn lieve dochter, prins Valentino, hoewel jullie elkaar nauwelijks kennen, zijn jullie beiden opgeleid om in de toekomst een volk te leiden. Hoe spannend en moeilijk dit moment ook is, wij hebben er alle vertrouwen in dat jullie elkaar leren waarderen en van elkaar leren houden.’ Met een glimlach trok hij hen op het podium waar ook zijn troon stond. Ze draaien zich om naar de gasten en het werd muisstil.
‘Laat diegene die bezwaar heeft tegen dit huwelijk nu van zich horen, of voor altijd zwijgen!’ Schalde zijn stem door de grote hal.
Er ontstond wat beroering helemaal achterin en een stem klonk: ‘Laat me erdoor, pas op, ruimte alstublieft…’ En tot grote ontsteltenis van alle aanwezigen drong prins Jolijt naar voren en hij liep brutaal door tot vlak voor het podium. Tot ieders verrassing was deze keer gekleed als een edelman.
‘Heer koning, prinses Cara, geachte aanwezigen,’ sprak hij met een gezag dat niet paste bij een potsenmaker, ‘Ik, prins Brophy van Brisgard, maak bezwaar tegen dit huwelijk!’ En toen trok hij de blonde pruik af die hij droeg, waaronder zijn eigen krullende bruine haar te voorschijn sprong.
Cara sloeg van schrik een hand voor haar mond en tranen van blijdschap sprongen in haar ogen. Hij was het… Hij was het echt! En hij kwam zijn belofte na!
De koning zou geen koning zijn als hij zich niet meesterlijk wist te beheersen. ‘Welke grond heeft uw bezwaar, prins Brophy?’
‘Heer koning, mijn verontschuldigingen dat ik u zo voor de gek heb gehouden. Ik moest weten hoe mijn gevoelens en die van prinses Cara waren na al die jaren gescheiden te zijn geweest. Nu heb ik haar gezien en weet dat wij nog steeds van elkaar houden. Ook moet ik mijn verontschuldigingen aan prinses Cara aanbieden, omdat ik haar al die jaren in het ongewisse heb gelaten. In opdracht van mijn vader was ik op een lange reis, op zoek naar andere, nieuwe landen.’ Hij keek naar Cara en zijn blik verzachtte, zachtjes pakte hij de hand die prins Valentino los had gelaten en knielde voor haar.
‘Prinses Cara, lieveling, wil je onze oude geloften gestand doen en mij huwen?’
Met een stralende glimlach keek ze haar vader hoopvol aan. Hij glimlachte en knikte haar bemoedigend toe.
‘Prins Brophy, ik doe met liefde onze oude geloften gestand,’ sprak ze formeel en duidelijk hoorbaar, terwijl alleen voor Brophy zichtbaar, haar blijdschap uit haar glanzende ogen sprak.
Brophy kwam met een gelukkig gezicht overeind en na een toestemmend knikje van de koning, kusten ze elkaar.

Tijdens de huwelijksplechtigheid, nog geen maand later, spraken zowel Brisgard als Cirgard hun blijdschap uit over het huwelijk. Prins Valentino gaf tijdens het dansen met prinses Cara fluisterend toe dat hij erg opgelucht was dat hij niet hoefde te trouwen met een prinses die hij nauwelijks kende. Nog voor de avond om was, danste hij met prins Brophy’s zusje en aan de stralende blikken te zien die beide mensen elkaar toewierpen, lag er alweer een nieuw koninklijk huwelijk in het verschiet.

Maar dat verhaal is voor een andere keer…

Mokona
In het mooie Frankrijk was een jongedame genaamd Isabel. Ze was uitgehuwelijkt aan vorst Roderick de Zwarte. Isabel was zeer ongelukkig bij Roderick. Hij behandelde haar als een voetveeg, en als hij boos was diende ze als een goede boksbal. Isabel had meerdere malen geprobeerd te ontsnappen aan de klauwen van de kwaadaardige vorst. Één keer had ze zelfs geprobeerd door het riool te ontsnappen, maar op de een of andere manier wist de vorst van haar plan en werd ze weer teruggebracht door de lijfwachten van de vorst. Isabel wist dat als ze aan de greep van de vorst wilde ontsnappen dat ze hulp nodig had van buitenaf. Samen met haar kamermeisje bedacht ze een manier om één dag in de week uit het kasteel van de vorst te kunnen naar het nabijgelegen dorp. Ze vertelde de vorst dat ze wilde leren koken van de patissier in het dorp, zodat ze de heerlijkste taarten voor de vorst kon bakken. De vorst, die dol was op zoetigheid, liet zich dat geen tweede keer zeggen. Ze kreeg toestemming, mits haar kamermeisje én een lijfwacht meegingen. De volgende dag ging Isabel met haar kamermeisje en een lijfwacht naar het dorp in de postkoets. In deze postkoets zat nog iemand van adel, het was prins Jonathan uit België. In de koets was plaats voor vier, aangezien de prins met zijn bediende in de koets zat en Isabel haar kamermeisje aan haar zijde wilde hebben, moest de lijfwacht naast de koetsier zitten. Zo konden de prins en Isabel vrijuit praten. Isabel vertelde eerst hoe gelukkig ze was met de vorst, maar de prins zag al gauw dat dit niet waar was. Eenmaal aangekomen in het dorp, gingen de prins en Isabel elk hun eigen weg. Toen Isabel haar eerste kookles erop had zitten besloot ze nog even naar de markt te gaan voor wat verse ingrediënten. Voor ze het wist werd de lijfwacht vermist en stond de prins tegenover haar. "Ik zal je bevrijden van die gemene vorst", zei hij. "Maar er is één voorwaarde, je moet me beloven dat je mijn vrouw wordt!" Dat klonk als muziek in de oren van Isabel, want tijdens hun gesprek in de postkoets was Isabel stiekem een beetje verliefd geworden op de prins. Ze knikte en de prins riep om zijn paard. Hij klom op zijn prachtige witte merrie en trok Isabel omhoog. Samen reden ze naar het kasteel van de vorst, waar de prins de vorst uitdaagde voor een duel om de hand van Isabel. De vorst had altijd veel praatjes over zijn zwaardvechtkunsten, maar als het erop aankwam, wist hij niet eens hoe hij een zwaard moest vasthouden. Hij vertelde de prins dat hij geen zin had in een duel, maar dat hij Isabel mocht hebben in ruil voor 20.000 gouden munten. De prins lachte de vorst uit:"Een heer die niet vecht, verdient ook geen geld", riep de prins. De vorst werd kwaad, en riep:"Die sloerie zal geen voet meer zetten in mijn kasteel. Ze heeft haar lichaam verkocht aan mijn lijfwachten, ik hoef dat stuk vuil niet in mijn kasteel. Neem maar mee!" De prins wist dat de woorden die de vorst zojuist had uitgesproken, leugens waren. Hij gaf Isabel een knipoog en ze reden weg richting het dorp, waar de bediende van de prins ze op stond te wachten. De prins liet Isabel een tiental jurken uitzoeken, een nieuwe haarborstel, een prachtig boek om te lezen en ten slotte een prachtige ring. Samen met het kamermeisje van Isabel en de bediende van de prins, gingen de prins en Isabel op weg naar het paleis van de prins in België. Isabel wist zeker dat dit de man was voor haar en ze had zich nog nooit zo gelukkig gevoeld. Eenmaal aangekomen bij het paleis van de prins, keek Isabel haar ogen uit. Ze kreeg een prachtige suite die ze deelde met de prins. Ze had uitzicht over een grote rivier en achter de rivier lag een prachtige grote stad. ’s Nachts zag ze de lichtjes van de stad vanuit haar raam, een uitzicht waar Isabel uren van kon genieten. Steeds weer als ze in de ogen keek van de prins wist ze dat ze de juiste beslissing had gemaakt, en Isabel en de prins leefden nog lang en gelukkig.
En de vorst? Die buitte zijn volk zo uit, dat het volk in opstand kwam. Ze hadden genoeg van die hoge belasting terwijl de vorst in het geld zwom. Ze pakten alle wapens waar ze bij konden en vielen op een nacht het paleis van de vorst aan, niemand heeft na die nacht ooit nog iets gehoord van de vorst.

Kev Porsche
Rinbin en Houra


Ken je het gevoel wanneer je iemand ziet je gaat beginnen lachen? Dat gevoel heeft Rinbin vaak. Rinbin is een man van middelbare leeftijd en heeft het niet breed. Hij bedelt om geld bij de eigenaars van steden. Hij vraagt om forgepunten, om zo verder te komen in het leven. Want zeg nu zelf, wat doe je nu met zo'n stadswoning in vergelijking met een mansardedakhuis? Rinbin heeft maar 1 doel en dat is samen gelukkig zijn met Houra.

Houra heeft veel geld maar is niet gewelddadig. Ze vecht niet veel maar dat hoeft niet want er mag niets miskomen aan haar mooie jurken. Houra heeft standing, ze is een jonge vrouw van 24. Maar hoe kan een man die het niet breed heeft in contact komen met zo'n mooie vrouw? Rinbin dacht en dacht dagen lang. Hij vergat zelfs zijn stadswoningen te innen. En dan had hij een idee: "Ik moet de gilde Free World van Houra joinen!"

Rinbin stuurde een nette brief naar Houra en hoopte op een lief antwoord. Er was nog een beetje plaats en Rinbin mocht erbij. Hij was nu al gelukkig, hij voelde een band met Houra. Tot hij op de gildechat kwam. Hij zag een man met een donkere kap over hem genaamd Marcyon, Houra versieren. Na even Marycon op te zoeken in de lijsten vond hij dat deze man ook standing had. Een tegenvaller.

Rinbin probeerde zich in de gildechat te mengen maar er werd niets meer gezegd dan "Welkom Rinbin" tegen hem. Hij begon weer te denken hoe hij Houra haar aandacht kon trekken. Hij dacht dagenlang en inderdaad, hij vergat zijn goederen te innen. Nu niet dat het er veel waren maar iets is beter dan niets. "Ik heb het!" schreeuwde Rinbin in zijn nederige stadswoning.

"Ik bedel forgepunten aan alle eigenaren van steden waarna ik deze een willekeurige beloning geef. Een slechte beloning dus, muahaha. De forgepunten die ik dus win, kan ik doneren aan de prachtige grootse gebouwen van Houra. Zo help ik haar." Rinbin doneerde forgepunten in het Deal Castle van Houra. Die levelde zo snel naar 10 dat Houra hem toesprak: "Rinbin, mijn dank is groot en ik zal je een beloning geven."

"Een beloning! Een kus van Houra, waauw. Daar droom ik al zo lang van" zei Rinbin. "Ik geef je 600 diamanten waarmee je zelf een groots gebouw kan bouwen door die blauwdrukken te kopen. Vergeet wel niet dat de medailles van Deal Castle verlaagd zijn. Ik raad je aan om een Castel del Monte te bouwen. Hiermee krijg je forgepunten waardoor je snel in de het Koloniale tijdperk komt" zei Houra.

Rinbin ging als een gek door de techboom naar het Koloniale tijdperk. Nu was hij evenwaardig aan Houra en kon hij haar zeggen dat hij verliefd op haar was zonder hem te schamen voor zijn armoede. Rinbin had nu namelijk de beste huisjes en producties van alle tijdperken.

"Houra, je bent zo'n mooie vrouw, je bent zo lief en behulpzaam, wil je met me trouwen?" vroeg Rinbin met een zachte stem geknield voor Houra. "Rinbin, je hielp me zo hard, ik hou van je" zei Houra met haar prachtige blonde haren in de wind.


Rinbin en Houra werden samen de leiders van Free World waarin ze iedereen gelijke kansen wilden geven. Ze leefden nog lang en wachtend op het Industriële tijdperk.

Swanton
Dit is het verhaal over Brolo, een jonge steendwerg. Samen met Egk, Regk, Maloviil, Yolo en Erethaìn trok hij naar Ereth. De verloren stad van Swanton. De stad was in die tijd ingenomen door de mensen. Erethain werd als baby naar Nord gebracht. Daar bleef hij wonen, tot op een dag Maloviil de wijze hem vertelde wie hij werkelijk was. Zo trotseerde deze groep, die als doel had Ereth terug te veroveren, vele gevaren. Toen ze inhet land Eckaub aankwamen, ontmoette ze daar een meisje dat mee wilde. Al snel bleek ze een goede vechter te zijn en ook Regk, die van mening was dat vrouwen zo’n avontuur niet aankonden, accepteerde haar plek in de groep…

‘Zo, Arione, ga jij hout sprokkelen? We gaan een vuur maken!’ zei de dikke dwerg Egk. ‘Mooi niet!’ zei Maloviil de wijze. ‘Er kunnen weerwolven in de buurt zijn! Die ruiken het vuur vanaf mijlen!’ Egk mopperde nog wat, maar een vuur kwam er deze avond niet. Brolo keek naar Arione, knipoogde ze? ‘Eten we dan helemaal niks vanavond?’ klaagde Egk. ‘Ik wil wel wat paddenstoelen zoeken!’ zei Arione. ‘Ik ook wel!’ zei Brolo snel. Zo trokken ze er samen op uit om paddenstoelen te zoeken. Brolo struikelde een aantal keer onhandig over een boomwortel die boven de grond uitstak. Dan lachte Arione en Brolo werd rood en lachte ook mee. Zo kuierde ze steeds verder en verder het bos in. ‘Hehe! Ik heb er al drie!’ lachte Brolo. ‘Drie? Ik heb er negentien!’ en Brolo’s lach op zijn gezicht verdween. ‘Ik ga toch zeker niet verliezen van een vrouw!’ bromde hij en Arione lachte. ‘Wauw! Kijk! Dat zijn er een boel! Nu haal ik je makkelijk in, Arione!’ lachte Brolo. Hij stormde op een open plek af, vol met paddestoelen. Arione rende achter hem aan. ‘Wat doe je nu? Nooit van het pad af gaan!’ schreeuwde Arione. Ze rende achter hem aan. Op de openplek bleven ze beide hijgend staan. ‘Haha! “Niet van het pad afgaan” Je denkt toch niet dat ik daar in trap! Je kan gewoon niet tegen je verlies! Slechte grap!’ lachte Brolo. ‘Het is geen grap… Ik meende het…’ zei Arione. ‘Haha! Wat kan ons gebeuren? Je gelooft Maloviil zijn kletspraatjes toch niet? Dat doet hij alleen maar om ons bang te m…’ kletste Brolo verder. ‘Sssst! Ik ruik ze!’ Arione pakte een pijl en spande haar boog. Brolo was intussen druk bezig paddenstoelen te verzamelen. ‘Negentien, twintig, eenentwintig. Haha! Ik heb je ingehaald!’ Hij zag niet dat ze werden aangestaard door duizende ogen. Gele ogen tussen de bomen en bosjes. Weerwolven die wachtte op het juiste moment. Arione zag ze. Ze richtte haar boog. Maar er gebeurde niks. Alleen maar die ogen. Langzaam liet ze haar boogzakken. Terwijl Brolo in zijn zakken zocht naar een ring. Dit was zijn kans. Zijn kans om Arione het hof te maken. En toen gebeurde het. Honderden weerwolven sprongen tevoorschijn. Ze waren omsingeld. Arione maakt haar boog vlug aanvalsklaar, terwijl Brolo naar zijn bijl greep. Daar zoefde een pijl van Arione recht op de nek van een wolf aan. De eerste viel neer. Nu waren de wolven woedend ze sprongen op het stel af. Brolo vocht voor wat hij waard was en hakte er op in met zijn bijl. Arione had haar zwaard er bij gepakt en stak een aantal wolven neer. Er was één grijze wolf, de rest was bruin. Deze wolf had rode ogen en sprong op Arione af. Hij beet haar in haar schouder. Ze schreeuwde en Brolo draaide zich om. Hij stak met zijn bijl de wolf neer. Maar niet op tijd, Arione was al dood. ‘NEE!’ schreeuwde Brolo. De tranen biggelde over zijn wangen. Eerst was het verdriet en toen kwam de woede. Witheet stormde hij op de wolven af. Niet meer bang voor zijn leven. Hij schreeuwde en huilde en doodde zeker zo’n vijftig wolven! Maar toen nam de grijze wolf ook hem te grazen. Hij beet hem in zijn arm en liet hem niet meer gaan. Op dat moment kwam Erethain. Hij vond het wat lang duren en toen hij wolven geluiden hoorde, besloot hij een kijkje te gaan nemen. Erethain doodde alle overige wolf. Enkel de grijze was nog in leven. De wolf en Erethain cirkelde om elkaar heen. En toen sprong de wolf ook op Erethain af. Maar deze wist hem te ontwijken en stak meerdere malen zijn zwaard in de rug van de wolf. Dit betekende de einde van het wolf. Maar ook het einde van Arione en Brolo. Erethain treurde om het verlies van twee goede vrienden. Hij bracht de twee naar de est van de groep, die verafschuwd naar de twee lijken staarde. Ze begraafde ze naast elkaar op de open plek, waar het bloedbad had plaatsgevonden. En die nacht, zag Erethain twee heel heldere sterren aan de hemel staan. Deze had hij nog niet eerder gezien. ‘Dat zijn ze.’ Zei Maloviil. ‘Twee sterren voor twee geliefde.’

Hannoveranerin
Het was druk in de discotheek, zoals elke zaterdagavond. Hij stond zich te vervelen, nipte af en toe van zijn bier, meer om iets te doen te hebben dan van dorst en hij liet zijn ogen dwalen over de menigte. Ineens zag hij haar de trap afdalen, met verende, haast dansende tred. Wat had ze mooie benen, haar rokje wipte bij elke stap en toen kon hij haar helemaal zien: net iets te dik om een mannequin te zijn, haar donkere haren reikten bijna tot aan de taille, sluik en glanzend alsof ze van metaal waren. Zijn hart begon sneller te kloppen, want hij zag haar glimlachen naar een paar vriendinnen. Zijn adem stokte, dat meisje – o zij was zo mooi en alleen door haar aan te kijken toverde ze een glimlach op zijn gezicht. Als hij naar haar toe zou gaan, zou ze hem wel zien staan, hij was immers echt niet moeders mooiste: zijn staalblauwe ogen stonden net te dicht bij elkaar, zijn neus had een formidabele kromming en zijn haar was van een onopvallende bruin-blonde kleur. Of zou zij in staat zijn in zijn ziel te kijken, die zo naar echte liefde hunkerde, zo zeer dat het soms pijn deed?
*
Zij begroette haar vriendinnen van haar oude school, wat een verrassing, ze hadden ze elkaar jarenlang niet meer gezien. Maar zozeer ze ook allemaal hun best deden, een gezellig gesprek wilde niet echt op gang komen, ze waren haast vreemden geworden voor elkaar. Ze voelde blikken in haar rug priemen en draaide zich om, en voor het eerst ontmoetten hun blikken elkaar. Die jongen, haast al een man, was beslist niet de man van haar heimelijke dromen, want die was groot, had brede schouders, bruin van de zon en had zwart haar en ogen als kolen en toch kon ze haar ogen niet losrukken van hem. Hij kwam naar haar toe, glimlachend nam hij haar bij de hand en beiden voelden een vonk bij de eerste aanraking en lachten spontaan. Was dat liefde op het eerste gezicht? Die bestond toch alleen in sprookjes – nee wisten allebeide, zij waren voor elkaar bestemd, die was DE grote liefde. Geen van beiden had ook maar de minste aandacht voor iemand anders, ze dansten de hele nacht met elkaar, vertelden elkaar hun diepste en wensen en verlangens en waren dolgelukkig. Hij bracht haar naar huis, zij had een knusse woning op de zolderverdieping in een van de pittoreske en gezellige straten, waar de huizen in pastelkleuren waren geschilderd en met wingerd of blauwe regen waren begroeid, op loopafstand van het centrum van de grootstad.
*
Het asfalt glansde koud van de striemende sneeuw-regen, ja de herfst was nu echt voorbij en zij kocht de eerste kerstcadeaus. Wat zou ze zijn moeder geven, ze wist inmiddels wat haar smaak was en waarmee ze die lieve vrouw een plezier kon doen. Ze slenterde door de winkel op zoek naar inspiratie en daar vond ze precies het juiste geschenk. Met een glimlach stelde ze zich voor hoe blij mam zou zijn, als ze dat pakje openmaakte en de prachtige kristallen karaf zou zien, ja die zou ze kopen en de bijpassende likeurglazen op het dienblad ook meteen. Voor zijn vader had ze een zwaar zilveren antiek horloge gevonden in een van de vele zaakjes in haar buurt en waar ze zo genieten kon van de vredige sfeer, die daar heerste. Zo heel anders als op haar werk, waar ze zo vaak met pijn en zelfs de dood werd geconfronteerd, ze mocht zich niet te zeer hechten aan de patiënten want vroeger of later zouden ze niet meer voor de bestralingen kunnen komen. Dat zei haar verstand, maar het hart zegevierde iedere keer opnieuw. Soms, als iemand door kanker was bezweken, kon ze wel huilen van verdriet. Haar enige troost was hij, als hij haar, zachte woordjes fluisterend in zijn armen nam, wiegde als een klein kind en over het haar streek, dan legde ze haar hoofd op zijn borst tot ze zijn hart hoorde kloppen en dan vond haar ziel weer rust en vrede. Nog steeds, zelfs na al die jaren bij elkaar te zijn, kon ze niet bevatten, dat men zoveel van iemand kon houden.
*
Ze was nu niet meer de stralende schoonheid, waar elke man zich naar omdraaide als ze langsliep, het grote verdriet had zijn sporen ongenadig als rimpels in haar gezicht gegroefd, de haren aan de slapen waren nu zilver. Maar haar ogen, groot en turquoisegroen, die waren nog even onweerstaanbaar mooi en ook haar lach klonk nog even helder als toen, alleen liet ze die niet meer zo vaak en uitbundig horen. Maar elke keer als ze de kamer binnenkwam, was het voor hem alsof de zon ging schijnen, in zjn ogen was ze nog steeds even mooi, ze was zijn leven, de heel grote liefde waar iedereen naar verlangt en die maar zo weinigen vinden. Dat grote verdriet, zijn hart kromp ineen toen hij eraan dacht, hun geliefde zoon – wat had hij er klein en breekbaar uitgezien op die koude metalen tafel in het mortuarium. Hij had niets gevoeld van de klap van de auto, hij was op slag dood geweest, zei de arts meevoelend. De maanden daarna zijn als in een waas voorbij gegaan, ze hadden nu alleen elkaar nog en dat bleek genoeg om zelfs dat vreselijke gemis een plaats te kunnen geven en verder te kunnen.
*
Ze hadden flink gespaard, zodat ze een heel jaar met reizen konden doorbrengen, hun huis hadden ze verhuurd aan kennissen, daar hoefden ze zich geen zorgen over te maken. Ze bezochten alle plaatsen, waar ze ooit samen vakantie hadden gevierd, maakten een rij tocht op kamelen in Egypte en bewonderden opnieuw de piramides, ze maakten een boottocht op de amazonerivier, weer volop genietend van de adembenemende natuur en ze bezochten de Niagara watervallen en het bleek, dat ze net zo gefascineerd waren door de watermassa’s als de eerste keer. Nu stond Europa op het reisplan, ze keken zich de ogen uit toen de Boeing de Atlantische oceaan overvloog. Toch kon hun dat uitzicht niet al te lang boeien, ze keken samen naar een film, zoals altijd hun handen in elkaar. Wat was dat, maakte een van de motoren een raar geluid? Nee, dat kon niet – zoiets kwam alleen in rampenfilms voor, niet in werkelijkheid. En toch, het vliegtuig ging ineens steil naar beneden, regelrecht de zee in – dat was beslist niet zo, als het hoorde en ze wisten allebei, dit is het einde. Ze klampten zich aan elkaar vast en hun laatste woorden waren: ik hou van jou. Hun liefde was zo grandioos, zuiver en intens, dat zelfs de dood hun niet kon scheiden, hun zielen bleven voor altijd bij elkaar.
 
Bovenaan